Benzineauto blijft dominant, drempels voor elektrisch rijden nemen af
Werkgevers claimen stimulering, werknemers merken er weinig van
Den Haag, 14 april 2025 – Werkgevers spelen een belangrijke rol in de overgang naar duurzamere mobiliteit, maar laten nog te veel kansen liggen. Hoewel 90% van de werkgevers zegt duurzame mobiliteit actief te stimuleren, ervaart bijna de helft van de werknemers hier daadwerkelijk ondersteuning bij. Dat blijkt uit het nieuwste Trendrapport Duurzame Mobiliteit van Nationale-Nederlanden, dat vandaag wordt gepubliceerd. ‘De wil is er, maar zonder duidelijk beleid en betere faciliteiten krijgen werkgevers hun werknemers nog onvoldoende mee,’ aldus Maurice Koopman CEO Schade & Inkomen bij Nationale-Nederlanden. Ondertussen blijven veel Nederlanders vasthouden aan hun vertrouwde benzineauto – al neemt de bereidheid tot verandering wel toe.
Werkgevers zeggen te stimuleren, maar werknemers merken er weinig van
Duurzame mobiliteit staat hoog op de agenda van werkgevers: het overgrote deel (90%) zegt medewerkers te stimuleren om duurzamer te reizen. Werkgevers doen dit vooral met het aanbieden van laadpalen (53%), flexibele werktijden en thuiswerkopties (50%), zo blijkt uit onderzoek uitgevoerd door Markteffect. [1] Toch ervaart slechts de helft (48%) van de werknemers daadwerkelijk steun bij de overstap naar een duurzamer vervoermiddel. ‘Er is een kloof tussen beleid en praktijk,’ stelt Koopman. ‘Werkgevers zeggen duurzame mobiliteit te omarmen – in meer dan de helft van de gevallen om hun imago te versterken – maar in de praktijk merken werknemers daar nog (te) weinig van. Juist daar liggen kansen. Als we willen dat meer mensen daadwerkelijk overstappen, moeten bedrijven en beleidsmakers niet alleen stimuleren, maar vooral ook faciliteren en daarover helder communiceren. Denk aan het aanbieden van meer laadpalen op kantoor, aantrekkelijke leaseopties, autodelen, fietsen en hybride werken.’
Rijbereik en aanschafkosten minder grote barrière, toch blijft benzine populair
Uit het onderzoek blijkt tevens dat de perceptie rondom elektrisch rijden verandert. In 2024 zag nog 63% van de autobezitters de aanschafkosten als grootste obstakel, nu is dat 51%. Ook het rijbereik wordt minder vaak als barrière genoemd (van 31% naar 23%). Toch leidt dit nog niet tot een grote verschuiving: 38% kiest bij een volgende auto opnieuw voor benzine. Volgens Nationale-Nederlanden heeft dit deels te maken met de onvolgroeide tweedehandsmarkt voor elektrische voertuigen, twijfels over de aanschafkosten, laadpaalbeschikbaarheid en de praktische inzetbaarheid van elektrische auto’s. Koopman: ‘Elektrisch rijden wordt steeds toegankelijker, maar de overstap gebeurt niet vanzelf. Beleidsmakers, financieel dienstverleners en dus ook werkgevers kunnen een belangrijke rol spelen in het wegnemen van deze barrières.’
Auto blijft de norm, OV nog geen aantrekkelijk alternatief
Ondanks de aandacht voor duurzame mobiliteit verandert ons reisgedrag nauwelijks. De benzineauto blijft het meest gebruikte vervoermiddel voor woon-werkverkeer. De overstap naar alternatieven zoals het openbaar vervoer verloopt traag. De belangrijkste obstakels die autobezitters noemen bij het overstappen naar het OV zijn: een lange reistijd (56%), vaste dienstregeling (25%), overstaptijd (29%) en routebeperkingen (24%). Koopman: Zolang het OV niet concurrerend is met de auto in reistijd en gemak, blijven veel mensen autorijden. Toch is het ook een kwestie van perspectief: reizigers die sowieso met het OV gaan ervaren deze drempels veel minder. Zij zien het reizen met de trein juist als een handig moment om te werken.'
Opvallende onderzoeksresultaten:
- Het milieu is de belangrijkste reden voor autobezitters om voor elektrisch, hybride of waterstof te kiezen (58%). Lagere brandstofkosten (48%) volgen op de tweede plaats, stil en soepel rijden (36%) op drie.
- Bij ondernemers gaat ‘milieu’ ook aan kop: voor 71% van de ondernemers (zzp’ers (80%), mkb’ers (67%) en gz (73%) is dit de belangrijkste drijfveer om over te gaan op duurzaam vervoer.
- Opvallend is dat 12% van de Nederlanders bij vervanging geen nieuwe auto zou nemen.
- Bijna 50% van de Nederlanders neemt de benzineauto naar werk, 7% kiest OV en 7% de elektrische fiets, 14% de gewone fiets.
- De afstand naar het dichtstbijzijnde OV-punt? Gemiddeld 25 min lopen, 12 min fietsen of 6 min met de auto.
- Imago wint aan belang als reden om te verduurzamen: vorig jaar was dit 48% van mkb/gz, nu 62%.
- Werkgevers stimuleren duurzaam vervoer vooral met laadpalen (53%), flexibele werktijden en thuiswerkopties (50%) – de meest duurzame oplossing.
- Net als vorig jaar vinden particulieren dat de overheid de transitie moet versnellen. Driekwart vindt dat ook werkgevers hierin een rol hebben.
- Ook verzekeraars dragen verantwoordelijkheid. Bieden zij financiële steun, zoals premiekorting? Dan wordt 68% van de particulieren en 74% van de ondernemers positiever over een verzekeraar.
Over het onderzoek van Markteffect:
Dit kwantitatieve onderzoek is uitgevoerd onder een representatieve groep van particulieren (n=1.735) en ondernemers (n=678). De respons is verzameld tussen december en januari 2025. Hoofdvraag van het onderzoek was: wat is de kennis, houding en gedrag van ondernemers en particuliere autobezitters m.b.t. duurzame vervoermiddelen.
[1] Onafhankelijk onderzoek Markteffect – december 2024 - januari 2025
Contactpersoon
|
Bas Kuik Woordvoerder |
Over Nationale-Nederlanden
Nationale-Nederlanden is een financiële dienstverlener die producten en diensten aanbiedt op het gebied van verzekeringen, pensioenen en bankactiviteiten aan ruim 6 miljoen particuliere en zakelijke klanten in Nederland. Al sinds 1845 helpen onze medewerkers mensen zorgen voor wat zij écht belangrijk vinden. Nationale-Nederlanden is onderdeel van NN Group, een internationale financiële dienstverlener actief in 10 landen en toonaangevend in een aantal Europese landen en Japan. NN Group N.V. is genoteerd aan Euronext Amsterdam (NN).
Legal information
Certain of the statements contained herein are not historical facts, including, without limitation, certain statements made of future expectations and other forward-looking statements that are based on management’s current views and assumptions and involve known and unknown risks and uncertainties that could cause actual results, performance or events to differ materially from those expressed or implied in such statements. Actual results, performance or events may differ materially from those in such statements due to, without limitation: (1) changes in general economic conditions, in particular economic conditions in NN Group’s core markets, (2) changes in performance of financial markets, including developing markets, (3) consequences of a potential (partial) break-up of the euro or European Union countries leaving the European Union, (4) changes in the availability of, and costs associated with, sources of liquidity as well as conditions in the credit markets generally, (5) the frequency and severity of insured loss events, (6) changes affecting mortality and morbidity levels and trends, (7) changes affecting persistency levels, (8) changes affecting interest rate levels, (9) changes affecting currency exchange rates, (10) changes in investor, customer and policyholder behaviour, (11) changes in general competitive factors, (12) changes in laws and regulations and the interpretation and application thereof, (13) changes in the policies and actions of governments and/or regulatory authorities, (14) conclusions with regard to accounting assumptions and methodologies, (15) changes in ownership that could affect the future availability to NN Group of net operating loss, net capital and built-in loss carry forwards, (16) changes in credit and financial strength ratings, (17) NN Group’s ability to achieve projected operational synergies, (18) catastrophes and terrorist-related events, (19) operational and IT risks, such as system disruptions or failures, breaches of security, cyber-attacks, human error, changes in operational practices or inadequate controls including in respect of third parties with which we do business, (20) risks and challenges related to cybercrime including the effects of cyberattacks and changes in legislation and regulation related to cybersecurity and data privacy, (21) business, operational, regulatory, reputation and other risks and challenges in connection with Sustainability Matters (please see the link to our sustainability matters definition nn-group.com/sustainability/policies-reports-and-memberships/policy-and-reportlibrary.htm), (22) the inability to retain key personnel, (23) adverse developments in legal and other proceedings and (24) the other risks and uncertainties contained in recent public disclosures made by NN Group.
Any forward-looking statements made by or on behalf of NN Group speak only as of the date they are made, and, NN Group assumes no obligation to publicly update or revise any forward-looking statements, whether as a result of new information or for any other reason.
This publication contains information and data provided by third party data providers. NN Group, nor any of its directors or employees, nor any third party data provider, can be held directly or indirectly liable or responsible with respect to the information provided.
This document does not constitute an offer to sell, or a solicitation of an offer to buy, any securities.